Brasserieën of restaurants die deel uitmaken van een grote horecagroep kunnen drie kanten uit.
Ofwel wordt de tijdsgeest vakkundig vertaald naar een nieuw concept waar iedereen als eerste bij wil zijn. Ofwel is het concept zelf al een paar jaar versleten maar wil iedereen er alsnog altijd bij zijn. Ofwel heb je een klassieker.
De eerste twee zijn gemakkelijk. Daar lopen wij even vakkundig van weg. Maar ook bij etablisementen met een vaste plek in het collectieve geheugen, blijven we op onze hoede.
Zeker als we de koffie in het versleten Le Hibouville en het zeer bedroevende eten bij Le Central meetellen. Beide waren eerder een coup de froid dan een coup de cœur
Le Drakkar had dus veel goed te maken. Daarin zijn ze zeker geslaagd. Het interieur speelt in op een thema dat perfect bij Deauville past, zonder in pastiche te vervallen: paarden. Binnen vinden we tal van gezellige hoekjes en kantjes, waarbij het geheel nooit te zwaar oogt. Ook het terras met zijn witte nappen straalt een onweerstaanbaar Franse charme uit. En uiteraard is ook de keuken belangrijk. De chef serveert verzorgde, smakelijke gerechten, die niet nodeloos complex zijn. Klassiekers, goed klaargemaakt — precies het soort keuken waar wij het meest voor te vinden zijn.
Nu we de charme van Deauville — en van Le Drakkar — opnieuw hebben herontdekt, zou het ten huize Gazeuse op een zonnig herfst- of lenteweekend wel eens een moeilijke keuze kunnen worden: Nachtje Parijs of Deauville? En dan vervolgens: Auto of moto?
Op de eerste vraag is geen slecht antwoord. Op de tweede vraag wel...







